Onderzoeker van de maand - Saskia Wilting
Terugkeer van uitgezaaide darmkanker na operatie voorspellen in bloed
Onderzoekers slagen er steeds vaker in om informatie over kanker uit bloed af te lezen. Dat komt omdat kanker kleine genetische ‘vingerafdrukjes’ achterlaat in bloed. Bijvoorbeeld kankercellen die vrij rondzwemmen. Of stukjes DNA en RNA uit de tumor. Dat zijn langgerekte moleculen die genetische informatie bevatten.
Maar die informatie is niet makkelijk te vinden – vergelijk het met zoeken naar een speld in een hooiberg. Door nieuwe technieken is er tegenwoordig gelukkig steeds meer mogelijk. KWF stelt onderzoekers in staat om die hooibergen uit te pluizen. Een van hen is Saskia Wilting, die in het Erasmus MC werkt aan een bloedtest voor uitgezaaide darmkanker.
Snel weer ziek na operatie
“Veel patiënten met darmkanker krijgen uitzaaiingen naar de lever”, vertelt ze. “In sommige gevallen zijn die uitzaaiingen nog weg te halen met een operatie. Er zijn dan patiënten die nog jarenlang ziektevrij leven, of zelfs compleet genezen. Dat is supergoed. Maar er is ook een groep bij wie de ziekte binnen 2 of 3 maanden weer terugkeert.”
“Het lastige is: die operatie, die is behoorlijk zwaar voor de patiënt. Als dan na een aantal maanden blijkt dat ze weer terug bij af zijn… dat is een flinke klap. Eigenlijk zou je voor die groep patiënten iets extra’s willen doen, bijvoorbeeld chemotherapie direct na de operatie. Maar het probleem is dat je niet vooraf weet wie precies de patiënten zijn die dat nodig hebben. Daar willen we in dit KWF-project iets aan veranderen”, stelt Wilting hoopvol. “Hierbij gaan wij gebruik maken van materiaal dat wordt verzameld in een al lopend Alpe-project onder leiding van internist-oncoloog Stefan Sleijfer en oncologisch chirurg Kees Verhoef.”
Van kennis naar bloedtest
In haar KWF-onderzoek zoomt ze samen met haar collega’s in op RNA-moleculen in bloed. De meeste van die moleculen zijn afkomstig van gezonde bloedcellen. Dat is in feite de hooiberg. De speld, dat zijn de RNA-moleculen afkomstig van kankercellen. “Hier op het lab werkt Anieta Sieuwerts. Ik noem haar ook wel de ‘PCR-Godin’. PCR is de techniek waarmee je het RNA dat je uit het bloed hebt gezuiverd heel gevoelig kunt meten. Met haar, en met bio-informaticus Marcel Smid, heb ik de juiste mensen om me heen om te werken aan dit onderzoek. We gaan het bloed van 160 darmkankerpatiënten met operabele uitzaaiingen in de lever analyseren en daarin hopen we ‘biomarkers’ (merkstoffen) te vinden die voorspellen of de ziekte snel na de operatie terug zal keren.”
Het onderzoek van Wilting duurt 3 jaar. Haar doel is dat er dan genoeg kennis is opgedaan om een bloedtest te kunnen ontwikkelen. “Het liefst wil ik dat we dan aan elke darmkankerpatiënt met uitzaaiingen in de lever kunnen vertellen hoe groot het risico is dat de ziekte na de operatie weer terugkeert. En of er dus misschien aanvullende behandeling nodig is. Dat vind ik ook het mooie van dit project: als het werkt, dan zijn deze patiënten er direct mee geholpen.”
Is er dan na die 3 jaar ook gelijk een bloedtest voor iedere patiënt met uitgezaaide darmkanker? “Het vertalen van wetenschappelijke kennis naar een concrete bloedtest is niet makkelijk: de methode moet op meerdere laboratoria uit te voeren zijn en binnen een redelijke tijd, zodat de patiënt niet maanden hoeft te wachten op een uitslag. Maar gelukkig is er op onze afdeling al ervaring opgedaan met het ontwikkelen van bloedtesten. Zo werken we hier in het Erasmus MC tegenwoordig met een bloedtest die voorspelt of hormoontherapie nog wel effectief is bij prostaatkankerpatiënten. We hoeven dus niet elk wiel opnieuw uit te vinden. Zodra we wat vinden, hopen wij dat snel om te kunnen zetten naar een test.”
Benieuwd naar bevolkingsonderzoek
Naast haar eigen werkveld, kijkt Wilting ook graag verder naar andere ontwikkelingen in de oncologie. “Ik ben bij darmkanker eigenlijk wel heel benieuwd hoe de screening uit gaat pakken. Het bevolkingsonderzoek bestaat nu 5 jaar, ik verwacht dat er binnenkort cijfers gaan komen die uitwijzen hoe efficiënt het is. Die interesse komt ook omdat ik in mijn vorige baan heb gewerkt aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Die screening is door de jaren heen enorm verbeterd door wetenschappelijk onderzoek te blijven doen. Ik kan me voorstellen dat dat bij de darmkankerscreening ook nodig zal zijn. Er wordt nu bij de screening namelijk gekeken naar de aanwezigheid van bloed in ontlasting, maar ik denk dat er wel specifiekere kenmerken van de tumor zelf terug te vinden zouden moeten zijn. Als je bloed vindt, wil dat namelijk niet direct zeggen dat er kanker is. Dat is sowieso het lastige met screening: als je wel iets vindt, wil dat dan ook zeggen dat het tot problemen zou hebben geleid?”