Behandeling op maat in de psychologische kankerzorg

Onderzoeker Annemarie Braamse

De gemiddelde patiënt bestaat niet

Kanker doet meer met je dan je denkt. Maar liefst 97% van de (ex)patiënten ondervindt klachten tijdens of na de behandeling. Bekende voorbeelden zijn vermoeidheid, angst en somberheid. Deze klachten kunnen zeer ingrijpend zijn en langdurig het leven overhoop halen. Er zijn gelukkig effectieve behandelingen, maar de uitkomsten wisselen per patiënt. Dr. Annemarie Braamse, medisch psycholoog in het Amsterdam UMC, ziet daar een mooie wetenschappelijke uitdaging in: “Ik denk dat we behandelingen beter kunnen afstemmen op de wensen en behoeften van de patiënt.”

Ik vind bestaande protocollen niet altijd goed passen bij de patiënt.

Bij het bestrijden van de ziekte kanker is een gepersonaliseerde aanpak inmiddels vrij normaal. DNA-kenmerken bepalen steeds vaker welke therapie wordt ingezet. In de psychologie is er nog geen systematiek voor dergelijk maatwerk, vertelt Annemarie: “Ik vind bestaande protocollen niet altijd goed passen bij de patiënt. Ze zijn ontwikkeld voor de ‘gemiddelde’ patiënt, maar die zit nooit bij mij in de spreekkamer. Daarom wil ik behandeling op maat op systematische wijze gaan toepassen in de psychologische zorg voor kankerpatiënten. Op voorwaarde dat dat daadwerkelijk effectiever is natuurlijk. Met een Young Investigator Grant van KWF kan ik dat nu in teamverband onderzoeken. Promovenda Susan Harnas verdient wat dat betreft een grote pluim voor haar harde werk.”

Gedragsverandering

Het bewijs hoopt ze te leveren met een vergelijkend onderzoek tussen twee behandelingen: “Door middel van loting verdelen we patiënten in twee groepen. De ene helft bieden we de huidige, niet-gepersonaliseerde behandeling aan, de andere helft krijgt de nieuwe, gepersonaliseerde behandeling die we hebben ontwikkeld.”

Inhoudelijk blijft de behandeling hetzelfde. Uitgangspunt is cognitieve gedragstherapie: “Met deze behandeling proberen we klachten te verminderen door het gedrag of de gedachten van de patiënt te veranderen. We kijken vooral naar factoren die de klachten in stand houden. Die aanpak werkt goed, maar ik denk dat een gepersonaliseerde behandeling nog effectiever is en minder belastend. Hopelijk zullen daardoor meer patiënten de behandeling succesvol afronden.”

Behoefte, vorm, focus en duur

De behandeling die Annemarie wil introduceren is op vier niveaus gepersonaliseerd: “Allereerst vragen we patiënten voor welke klacht ze in behandeling willen komen en met welk doel. Regelmatig zijn mensen zowel angstig, depressief als vermoeid. Door in kaart te brengen waar de patiënt het meest door beperkt wordt, kunnen we de behandeling beter afstemmen op de individuele behoefte.”

Het tweede niveau betreft de behandelvorm: “Patiënten mogen zelf bepalen of ze de behandeling online willen ontvangen, face-to-face of een combinatie daarvan. We denken dat deze keuzemogelijkheid de therapietrouw verhoogt.”

We kijken vooral naar factoren die de klachten in stand houden.

Het derde niveau heeft te maken met de focus van de behandeling: ”We vragen patiënten om met hun smartphone gedurende twee weken, vijf keer per dag een aantal korte vragen te beantwoorden over hun symptomen en activiteiten. Dit noemen we EMA-metingen. Hiermee hopen we specifieke factoren te identificeren die de belangrijkste klacht in stand houden. Bijvoorbeeld een toename van angst door veel piekeren. De behandeling spitsen we vervolgens toe op deze individuele factoren.”

Het laatste niveau is de behandelduur: “De EMA-metingen bieden de mogelijkheid om het behandelresultaat tussentijds te evalueren en aan de hand daarvan de behandelduur te bepalen. De standaardbehandelduur van vier tot zes maanden laten we los. Als iemand van zijn klachten af is, heeft het mogelijk weinig zin om door te gaan. Het klachtenniveau is leidend.”

Direct na de behandeling en twaalf maanden later gaat Annemarie het functioneren van de patiënten meten. Daarna vindt de spannende vergelijking plaats: zijn er verschillen in de beperkingen in het dagelijkse leven? Dan wordt écht duidelijk of de gepersonaliseerde behandeling beter werkt.

Kloof overbruggen

Er wordt veel onderzoek gedaan naar psychosociale behandelingen, maar deze vinden niet allemaal de weg naar de kliniek. De kloof tussen onderzoek en praktijk blijkt soms lastig te overbruggen. Annemarie maakt zich er weinig zorgen over: “De charme van dit onderzoek is dat we een personaliseringsmethodiek ontwikkelen die relatief eenvoudig op reeds beschikbare behandelingen is te plakken. Belangrijke voorwaarde is natuurlijk wel dat de behandeling kosteneffectief is. Maar eerst maar eens aantonen dat de behandeling überhaupt effectiever is!”

Deelnemers gezocht

Sinds februari 2019 kunnen patiënten meedoen aan de MATCH-studie, zoals het onderzoek heet. Er zijn minimaal 186 patiënten nodig om betrouwbaar bewijs te kunnen leveren. Het onderzoek richt zich op patiënten die langer dan 6 maanden geleden hun laatste, in opzet genezende behandeling hebben gehad. Vooralsnog komen drie patiëntgroepen in aanmerking: “We zoeken mensen die slokdarmkanker of borstkanker hebben gehad en mensen die een donorstamceltransplantatie ondergingen vanwege bloedkanker. Van deze patiënten weten we dat de ziektelast hoog is op het gebied van vermoeidheid, angst en depressie. Volgend jaar hopen we uit te breiden naar meer kankersoorten. We staan heel 2020 open voor nieuwe deelnemers en zien de aanmeldingen graag tegemoet!”