HPV-kanker voorkomen met nieuwe tests

DNA

Kanker door besmetting met HPV

Het humaan papillomavirus (HPV) is een seksueel overdraagbaar virus dat verschillende soorten kanker kan veroorzaken. Bijna iedereen wordt in zijn of haar leven wel eens besmet. Meestal ruimt je afweersysteem het virus zelf op, maar dat lukt helaas niet altijd. Elk jaar krijgen ongeveer 1200 vrouwen en 400 mannen kanker door HPV. Baarmoederhalskanker is de bekendste, maar van HPV kan je ook schaamlip-, anus-, penis-, vagina- en hoofd/halskanker krijgen.

Onderzoek bij mensen zonder klachten

Bij 2 van deze kankersoorten kan de ziekte vroeg worden ontdekt door screening: onderzoek bij mensen die geen klachten hebben. Om zo te onderzoeken of er een beginnende kanker is. De ziekte ontstaat vaak heel langzaam. Vindt de arts iets, dan gaat het meestal om een voorstadium. “Er is een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker voor alle vrouwen vanaf 30 jaar. En er bestaat ook screening op anuskanker voor mannen met een verhoogd risico op deze kanker”, weet onderzoeker Renske Steenbergen. Zij doet bij Amsterdam UMC binnen het Cancer Center Amsterdam al tientallen jaren onderzoek naar HPV en kanker. Met steun van KWF-donateurs.

Vervelende onderzoeken

Tot haar frustratie worden deze mogelijk levensreddende onderzoeken niet goed gebruikt: “We weten dat de opkomst bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker laag is. Schaamte en angst voor het uitstrijkje spelen daarbij een rol. 
Het onderzoek naar anuskanker is ook behoorlijk ingrijpend: een kijkonderzoek met een soort microscoop. Dat is niet alleen onprettig, het is in Nederland ook niet goed mogelijk om grote risicogroepen op deze manier te onderzoeken.”

Is een behandeling niet nodig, dan doe je dat natuurlijk liever niet.

Is behandeling nodig?

Met haar langlopende onderzoek wil de professor de ontwikkeling van nieuwe testmethoden versnellen. “Mijn onderzoek deed ik jarenlang eigenlijk vooral in het laboratorium, op celniveau. We zochten uit hoe een HPV-besmetting zorgt voor de voorstadia die kunnen uitgroeien tot kanker. ‘Kunnen’, want veel van deze voorstadia worden géén kanker.

Het is dus de vraag of er wel een behandeling nodig is bij een voorstadium. Of dat het veilig is om niet te behandelen omdat het geen kanker wordt. Dat is belangrijk, want wij denken dat nu te veel mensen een behandeling krijgen. En dat is niet niks. Je kunt je voorstellen dat opereren of wegbranden op deze plek in het lichaam enorm ingrijpende gevolgen kan hebben. Dus hoéf je niet te behandelen, dan doe je dat natuurlijk liever niet.”

Onderzoek of een voorstadium echt kanker wordt

Uit het onderzoek van Steenbergen weten we nu dat het mogelijk is om dat verschil te zien. “We hebben in voorstadia bepaalde veranderingen in het DNA van de cellen gevonden. Deze veranderingen wijzen op een hoog risico om ook echt kanker te worden. En daar kun je op testen. Want bij zo’n voorstadium kunnen cellen (met de DNA-veranderingen) loslaten en ergens anders terechtkomen. Bij baarmoederhalskanker verwachten we dat we deze cellen kunt vinden in urine. En bij anuskanker denken we dat we die cellen met een soort uitstrijkje van de anus kunnen vinden. Daarna kunnen we de cellen verder onderzoeken. We verwachten dat zo’n uitstrijkje van de anus makkelijker te doen is bij grote groepen dan het onderzoek nu.”

Ik ben de donateurs van KWF ontzettend dankbaar dat mijn jarenlange onderzoek nu naar toepassing in de praktijk gaat

Beste diagnose en behandeling

Zo verschuift het werk van Renske steeds meer van laboratoriumonderzoek naar praktijk. En dat is nodig ook: “Het blijft zo ontzettend zonde dat je met HPV-vaccinatie en screening heel veel gevallen van kanker kunt voorkomen. Maar dat er toch elk jaar weer veel nieuwe patiënten bijkomen met een HPV-kanker. We willen hen de beste manier van diagnose en van behandeling bieden. Mede dankzij KWF zie ik nu hoe jarenlang onderzoek richting toepassing in de praktijk gaat. En daar ben ik de donateurs van KWF ontzettend dankbaar voor. Samen gaan we sneller.”