IgA2.0 als nieuwe vorm van antistof therapie in combinatie met blokkade van remmende immuun receptoren

Immunotherapie begint steeds meer voet aan de grond te krijgen in de behandeling van kanker. Dat betekent niet dat de behandeling af is: onderzoekers werken er hard aan om de behandeling effectiever te maken, met minder bijwerkingen. 
Doel van dit onderzoek is om immunotherapie effectiever te maken door 2 succesvolle technieken te combineren.  

Immunotherapie is een veelbelovende behandeling voor diverse vormen van kanker, waarbij het afweersysteem wordt gestimuleerd om kankercellen op te sporen en te vernietigen. Er zijn al vele patiënten die konden worden genezen of levensverlengend behandeld, maar er zijn nog genoeg uitdagingen: zo kunnen kankercellen immuun worden voor de behandeling en kunnen ook de bijwerkingen te heftig zijn. 

Waarom is dit onderzoek nodig?  

In dit projecten wordt het beste uit 2 verschillende immunotherapieën gecombineerd. Allereerst bestaan er antistoffen. Dat zijn een soort vlaggetjes, waaraan het afweersysteem ziet dat er actie nodig is. Er zijn antistoffen tegen bacteriën en virussen, maar het is ook mogelijk om in het lab antistoffen te maken tegen kankercellen. Daarnaast zijn er in de afgelopen zogenaamde ‘checkpoint inhibitors’ ontwikkeld, die voorkomen dat kankercellen de afweercellen afremmen. De onderzoekers willen in dit project testen of de combinatie van deze twee middelen beter is dan de huidige immunotherapieën. 

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd? 

Daarvoor maken ze gebruik van antistoffen die ze in een eerder KWF-project hebben ontworpen, en die goede resultaten laten zien in het lab. Zo hebben muizen met neuroblastomen geen pijn wanneer ze worden behandeld met deze aangepaste antistof, terwijl pijn wel een ernstige bijwerkingen is bij de behandeling van patiënten in de kliniek. Door de combinatie van deze middelen nu grondig te onderzoeken, kan hopelijk aan het eind van het project de stap naar de mens worden gemaakt. 

Wat levert dit onderzoek op? 

Immunotherapie is een veelbelovende behandeling, maar het werkt nog lang niet voor iedereen en ook de bijwerkingen kunnen erg zwaar zijn. Daarom is het nodig om de behandeling verder te verfijnen, zodat het voor meer patiënten beschikbaar komt, en beter werkt met minder bijwerkingen. Dit onderzoek levert daar een belangrijke bijdrage aan.