Sluiten van de bekkenbodem middels perineale turnover perforator lap na abdominoperineale resectie voor rectumcarcinoom, BIOPEX-2 studie

afgerond

Onderzoekssamenvatting

Na de operatie bij endeldarmkanker kan een wond achterblijven die voor veel patiënten nog een hele poos klachten geeft. Dit project moet leiden tot betere manieren om de wond na een operatie voor endeldarmkanker (rectumcarcinoom) goed af te sluiten. 

Van de patiënten met een rectumcarcinoom ondergaan ongeveer 700 patiënten per jaar een abdominoperineale resectie (APR). Bij een APR verwijdert de arts het onderste deel van de endeldarm, de anus en een deel van de huid rondom de anus. Al er uitzaaiingen zijn, dan worden ook nog eens lymfeklieren weggehaald en een deel van de bekkenbodemspieren weggehaald. Daarnaast krijgt een patiënt vaak nog aanvullende chemotherapie om er zeker van te zijn dat de tumor volledig verdwijnt. 
 
Het is al met al een heftige ingreep die veel klachten met zich mee kan brengen. Ruim een derde van de patiënten krijgt problemen met de achtergebleven wond, die chronisch kan worden. Dit heeft een flinke invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt. 

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd? 

In deze studie worden patiënten over 2 groepen verdeeld. De ene groep krijgt de huidige standaardbehandeling, bij de andere groep wordt de wond dichtgemaakt met een perineale turnover perforator lap.  
Daarbij wordt gebruik gemaakt van een klein beetje weefsel uit een bil, om de wond beter te doen sluiten zonder dat er gaten achterblijven. In een kleine voorstudie met 10 patiënten is deze methode veelbelovend gebleken, nu wordt deze in een grotere groep patiënten herhaald. De onderzoekers verwachten dat het aantal patiënten met complicaties bij de wondgenezing op deze manier daalt van 35% naar 15%. 

Wat levert dit onderzoek op? 

Patiënten met rectumcarcinoom wacht een forse ingreep met een grote kans op complicaties waar ze nog lang last van hebben. Deze methode kan de kans op complicaties flink omlaag brengen.