Verbetering van de standaard van zorg resultaten voor glioom door modulatie van de functies van tumor-geassocieerde macrofagen en microglia
Onderzoekssamenvatting
Glioblastoma multiforme is een zeer agressieve hersentumor die zich moeilijk laat behandelen. In dit project willen de onderzoekers uitzoeken waarom de tumor op den duur ongevoelig wordt voor behandeling. Met die kennis willen ze proberen de tumor beter behandelbaar te maken.
Glioblastoma multiforme (GBM) is de meest agressieve vorm van glioom, een tumor van het centrale zenuwstelsel. De huidige behandelingen die voorhanden zijn (operatie, chemo, bestraling) verlengen het leven van patiënten met gemiddeld 12-15 maanden. De ziekte valt niet te genezen, omdat de tumor op den duur ongevoelig wordt voor behandeling, of omdat de tumor weer terugkeert.
Onderzoekers die naar de moleculaire structuur van GBM kijken, hebben ontdekt dat de kwaadaardige cellen onderling flink van elkaar verschillen. Er zijn bij kanker verschillende moleculaire routes die kwaadaardige cellen kunnen nemen om te groeien en overleven, en bij GBM zijn flink wat van die routes actief. Dat maakt het ook zo lastig om een behandeling te ontwikkelen die elke kwaadaardige cel kan doden.
Daarnaast is er ook (te) weinig bekend over het micromilieu (de omgeving) van de tumor en hoe deze het behandelresultaat beïnvloedt. Uit onderzoek blijkt dat dit milieu cellen bevat (endotheelcellen, stromale fibroblasten en afweercellen) die bij ándere tumorsoorten een effect hebben op het aanslaan van de behandeling. Maar hoe zit dat bij GBM?
Bij GBM vormen macrofagen (cellen van het afweersysteem) zo’n 40% van de totale tumormassa. Macrofagen spelen normaalgesproken een belangrijke rol in de afweer tegen o.a. lichaamsvreemde indringers, maar glioblastomen zijn er schijnbaar in geslaagd om de macrofagen voor hun karretje te spannen.
Want in het algemeen geldt bij deze tumorsoort: hoe meer macrofagen, hoe groter de kans op een tumor die ongevoelig wordt voor behandeling en hoe slechter de vooruitzichten.
Het onderzoek
De onderzoekers willen in celkweken uitzoeken wat er precies met deze macrofagen aan de hand is. Wat doen zij precies tijdens de behandeling en hoe dragen ze eraan bij dat die behandeling op den duur niet meer werkt? De kans is groot dat ze bepaalde moleculen uitscheiden die daar verantwoordelijk voor zijn; als het lukt om deze moleculen weg te vangen of onschadelijk te maken, is de kans ook groot dat de tumor weer gevoelig wordt voor de behandeling.
Relevantie voor de patiënt
Met hun fundamentele onderzoekswerk willen de onderzoekers bijdragen aan een beter begrip van deze zeer agressieve hersentumor en nieuwe strategieën ontdekken die ervoor kunnen zorgen dat de tumor beter behandelbaar wordt.
In de media
Uit de resultaten van dit project en project 14530 blijkt dat macrofagen de groei van glioblastoom kunnen stimuleren. Ze remmen de afweerreactie, voeden de tumor met cholesterol en helpen zo de tumor overleven. Deze bevindingen kunnen leiden tot nieuwe behandelingen, zoals medicijnen die de tumor beroven van vetten of de macrofagen uitschakelen.
- Witte bloedcellen voeden hersentumoren met cholesterol (nieuwsbericht Antoni van Leeuwenhoek)
- Macrophage-mediated myelin recycling fuels brain cancer malignancy (publicatie in wetenschappelijk tijdschrift Cell)