Darmkanker voorkomen met een vaccin?

Nijmeegse onderzoekers starten onderzoek naar vaccinatie bij Lynch-syndroom
Mensen met het Lynch-syndroom hebben een fors verhoogde kans op vooral darm- en baarmoederkanker. Door een genetische afwijking kunnen zij DNA-beschadigingen (mutaties) namelijk minder goed herstellen. Ongeveer 4 procent van de darmtumoren ontstaat door dit syndroom, wat neerkomt op zo’n 500 patiënten per jaar. Op basis van kennis over de meest voorkomende DNA-mutaties, kon prof. Jolanda de Vries (Radboudumc) een vaccin ontwikkelen dat ons eigen afweersysteem wijst op ‘pre-kankercellen’ met deze mutaties. Ze hoopt daarmee het ontstaan van kanker in de kiem te smoren.
Omdat we weten waar de DNA foutjes gaan komen bij het Lynch-syndroom, kunnen we preventief vaccineren en kanker voorkomen.
In tegenstelling tot bekende vaccins, zoals griep-, HPV- of BMR-vaccins, worden in dit geval geen ziekteverwekkers of andere lichaamsvreemde stoffen geïnjecteerd. Prof. De Vries legt uit: “Overal in ons lichaam zitten bepaalde immuuncellen, dendritische cellen, die andere immuuncellen aan kunnen sturen. Die dendritische cellen halen wij uit het bloed van de patiënt en we trainen ze buiten het lichaam, en geven ze informatie mee over de mutaties. Als een soort vaccin geven we de getrainde dendritische cellen terug aan het lichaam. Daar geven ze hun nieuwe kennis door aan andere immuuncellen, zodat die in staat zijn de cellen met de mutaties aan te pakken.’
In een eerste onderzoek, dat net is afgerond, zagen prof. De Vries en haar team potentie in de techniek én de toepassing. Maar het is moeilijk te meten of je iets voorkomt dat niet gegarandeerd gebeurt (niet iedereen met Lynch krijgt kanker). “We zagen dat, áls we het immuunsysteem zo ver kregen om te reageren op die pre-kankercellen, dat patiënten dan zelfs na 10 jaar nog geen kanker hadden. En of die immuunreactie er is, dat kunnen we wél meten.”
3 miljoen voor grootschalige aanpak
De eerste resultaten rechtvaardigen een vervolgonderzoek dat niet alleen kijkt naar de werking van het vaccin, maar ook naar het opschalen van de aanpak. Het vaccin is namelijk niet eenvoudig in grote hoeveelheden te produceren: per patiënt moeten eigen dendritische cellen worden getraind. De opzet van die logistiek is een belangrijk onderdeel van het omvangrijke onderzoek waar KWF groen licht voor gaf met een financiering van ruim 3,3 miljoen euro. “De PIPELINE-call van KWF sloot mooi aan bij onze ambitie om dit groots te implementeren. Het stukje marktautorisatie helpt ons daarbij ook om dit écht dichter bij de patiënt te kunnen brengen.”
Dit onderzoek is buitengewoon belangrijk omdat het de weg opent naar het voorkomen van kanker bij mensen met Lynch.
Stichting Lynch-Polyposis
Eerste prik in 2026
Begin volgend jaar krijgen de deelnemers hun eerste vaccinatie. Hiervoor worden 23 patiënten met de juiste mutaties geselecteerd. De verwachting is dat minimaal 40% van hen een immuunreactie ontwikkelt, en kanker voorkomen wordt. Bij positieve resultaten durft prof. De Vries voorzichtig optimistisch verder te kijken dan de groep patiënten die zij nu gaat behandelen: bijvoorbeeld naar kinderen met CMMRD, een zeldzame vorm van het Lynch-syndroom. Ook deze variant is mogelijk geschikt voor preventieve vaccinatie vanwege het voorspelbare karakter van de mutaties.
Tijdens dit project werkt prof. De Vries niet alleen samen met een veelzijdig team van onder andere genetici (prof. dr. Nicoline Hoogerbrugge), gastro-enterologen (dr. Tanya Bisseling), immunologen (dr. Gerty Schreibelt), farmaceuten (dr. Anna de Goede), maar ook met professionals met verstand van de geneesmiddelenmarkt en wet- en regelgeving.