Welke onderzoeken en projecten financiert Pink Ribbon?
Advies op maat bij vermoeidheid na borstkanker
Veel vrouwen ervaren langdurige vermoeidheid na borstkanker. Dit beperkt hen vaak in hun dagelijks leven. Helaas zijn huidige behandelingen niet altijd even succesvol voor iedereen.
Dr. Annemieke Witteveen (Universiteit Twente) onderzoekt daarom welke aanpak het beste werkt bij welke patiënt. Ze gaat persoonlijke profielen opstellen die inzicht geven in de impact van de vermoeidheid en de voorkeuren van de patiënt. Hoe beter de behandeling daarop is af te stemmen, hoe groter de kans op vermindering van de vermoeidheid.
Slimme biopsienaald voor snelle diagnose
Om borstkanker vast te stellen is vaak een biopsie nodig. Hierbij wordt borstweefsel afgenomen en onderzocht onder de microscoop. Het afwachten van de uitslag zorgt voor veel angst en onzekerheid.
Prof. dr. Theo Ruers (Antoni van Leeuwenhoek) heeft daarom een slimme biopsienaald ontwikkeld die met geavanceerde lichtmetingen al tijdens de biopsie (real-time) kwaadaardige cellen kan herkennen. Hij onderzoekt hoe betrouwbaar en effectief de methode is, wat patiënten ervan vinden en of deze ook bij de huisarts is toe te passen.
Genetische test voor betere inschatting borstkankerrisico
Erfelijke fouten in de borstkankergenen BRCA1, BRCA2 en PALB2 kunnen het risico op borstkanker sterk verhogen. Van sommige fouten, de zogeheten VUS (Variant of Uncertain Significance), is helaas onduidelijk hoe groot dat risico is.
Dr. Maaike Vreeswijk (LUCM Leiden) ontwikkelde een genetische test die de risico's van VUS beter in kaart brengt. Haar doel is de test beschikbaar en vergoed te krijgen voor alle dragers van een VUS in de genen BRCA1, BRCA2 of PALB2. Daardoor weten zij beter waar ze aan toe zijn en of ze zich moeten laten screenen of preventief behandelen.
Ongevoeligheid voor behandeling bij hormoongevoelige borstkanker
Vrouwen met hormoongevoelige borstkanker krijgen vaak hormoontherapie. Helaas is deze behandeling niet altijd effectief. Soms komt de tumor terug in de vorm van een uitzaaiing die ongevoelig is voor de behandeling.
Men vermoedt dat bepaalde groepjes cellen in de tumor hiervoor verantwoordelijk zijn. De onderzoeksgroep van Elzo de Wit heeft een techniek ontwikkeld om deze groepjes te identificeren en te bestuderen. Meer kennis over hun rol maakt het mogelijk om beter te kunnen voorspellen of behandelingen aanslaan en hoe ongevoeligheid voor behandeling kan worden bestreden.
Informatie en keuzeondersteuning op maat voor vrouwen met een hoog risico op borstkanker
Vrouwen met een erfelijk verhoogd risico op borstkanker krijgen vaak het advies voor extra borstcontroles of preventieve borstverwijdering. Prof. Eveline Bleiker gaat onderzoek doen naar de behoefte aan informatie en ondersteuning bij dit soort moeilijke en ingrijpende keuzes.
Ook neemt ze de psychosociale impact van de verschillende opties onder de loep. Haar onderzoek moet leiden tot een gepersonaliseerde informatietool (incl. keuzehulp) en een e-learning voor zorgverleners.
(Her)bestraling met en zonder hyperthermie bij teruggekeerde borstkanker
Bij vrouwen die zijn behandeld voor borstkanker keert de ziekte soms terug in het bestraalde gebied. Zij krijgen dan een operatie om de tumor te verwijderen. Daarna volgt bestraling met of zonder hyperthermie (verwarming van het bestraalde gebied).
Hyperthermie versterkt het effect van bestraling, maar onbekend is of dit een betere overleving geeft. Dr. Desirée van den Bongard gaat daarom onderzoek doen naar de meerwaarde van hyperthermie bij teruggekeerde borstkanker. Hierbij weegt ze niet alleen de overleving af, maar ook de kans op bijwerkingen, de kans op terugkeer van de tumor en de kwaliteit van leven.
Handscanner om tijdens operaties te checken of alle kanker weg is
Bij de behandeling van borstkanker is een operatie vrijwel altijd nodig. Het doel is maximale verwijdering van de tumor en minimale schade aan gezond weefsel. Chirurgen moeten hierbij vertrouwen op hun zicht en tast, maar de grenzen van de tumor zijn niet altijd even duidelijk. Prof. Theo Ruers van het Antoni van Leeuwenhoek gaat onderzoeken of een nieuw apparaat hierbij kan helpen.
Deze handscanner maakt gebruik van licht (optische spectroscopie) en geluid (echografie) om tumorweefsel te onderscheiden van gezond weefsel. Met de scanner kan de chirurg tijdens de operatie controleren of aan de randen van het verwijderde weefsel nog kankercellen zijn te zien. Als de tumor te krap is weggesneden kan de chirurg meteen extra weefsel verwijderen. Dit onderzoek draagt bij aan betere borstkankerchirurgie met betere uitkomsten en een betere kwaliteit van leven.
Behandeling op maat bij triple negatieve borstkanker
Triple-negatieve borstkanker is een agressieve vorm van borstkanker met een hoge kans op overlijden. Lange tijd waren operatie, chemotherapie en bestraling de enige behandelopties. Dankzij de wetenschap zijn er nieuwe behandelingen bijgekomen zoals immuuntherapie, doelgerichte medicatie en (binnenkort) hoge dosis chemotherapie met stamceltransplantatie. Prof. dr. Sabine Linn van het Antoni van Leeuwenhoek gaat onderzoeken hoe deze behandelingen het beste in te zetten zijn.
Hiervoor gaat ze gebruik maken van de gegevens van zo'n 1.500 patiënten met stadium III triple-negatieve borstkanker. Via een app houden ongeveer 100 patiënten tijdens en na hun behandeling bij hoe het met ze gaat. Dit moet leiden tot meer kennis over de nieuwe behandelopties zodat ze doelmatiger zijn in te zetten. Een lichte behandeling als het kan, een zware als het moet.
Geesje deed mee aan wetenschappelijk onderzoek
Geesje deed mee aan wetenschappelijk onderzoek gefinancierd door Pink Ribbon. Daardoor leerde ze omgaan met de pijn na haar borstkankeroperatie.
Geesje (52): "Ik wilde houvast hebben om met de pijn na de operatie om te gaan. Het is niet dat er nu helemaal geen pijn meer is, want dat hoort er helaas bij, maar je leert wel je lichaam beter kennen. Daar heb ik veel aan gehad. En ik hoop dat ik de wetenschap verder kan helpen, zodat anderen er ook wat aan hebben."
LORD-studie: voorlopers van borstkanker wel of niet behandelen?
DCIS staat voor ductaal carcinoma in situ. Dit zijn afwijkende cellen in een melkgang (ductus) van de borst die kunnen uitgroeien tot borstkanker. DCIS wordt vaak ontdekt tijdens borstkankerscreening; meestal omdat er kalkspatjes (calcificaties) te zien zijn op de röntgenfoto's.
Vrouwen met DCIS krijgen uit voorzorg vrijwel altijd een intensieve behandeling. Van tevoren is echter nooit met zekerheid te zeggen of die behandeling nodig is, want DCIS veroorzaakt lang niet altijd borstkanker of klachten. Drie van de vier DCIS-afwijkingen groeien nooit uit tot borstkanker. Er is dus sprake van aanzienlijke overbehandeling.
De LORD-studie onderzoekt of de standaardbehandeling (operatie, bestraling en/of hormoontherapie) veilig is weg te laten bij 'laag risico' DCIS (graad I of II). Deze vrouwen krijgen in plaats daarvan regelmatig een mammogram om eventuele veranderingen tijdig op te merken.
Door onderzoek te doen naar een andere aanpak is het mogelijk om duizenden vrouwen een onnodige intensieve behandeling te besparen.
Het verstoren van de stofwisseling van triple negatieve borstkanker
Er is nog geen gerichte therapie voor mensen met triple-negatieve borstkanker (TNBC). Patiënten krijgen een standaardbehandeling die bestaat uit een operatie, vaak gevolgd door chemotherapie en/of bestraling. Desondanks is niet altijd te voorkomen dat de tumor doorgroeit of uitzaait. In dit project willen onderzoekers de gewijzigde stofwisseling (metabolisme) van de kankercellen in kaart brengen om zo nieuwe doelen te vinden voor behandeling.
Hoe vraag je financiering aan?
Pink Ribbon financiert wetenschappelijk onderzoek en projecten op het gebied van borstkanker. Inmiddels zijn er al meer dan 220 onderzoeken en projecten gefinancierd.
Sinds eind 2016 is Pink Ribbon onderdeel van KWF Kankerbestrijding. Dat betekent dat het geld dat is opgehaald door en voor Pink Ribbon, door KWF doelgericht wordt uitgegeven aan onderzoek en andere projecten op het gebied van borstkanker.
Onderzoekers die financiering willen aanvragen voor een project op het gebied van borstkanker kunnen bij KWF terecht.
Hoe worden onderzoeksaanvragen beoordeeld?
Omdat Pink Ribbon onderdeel is van KWF, wordt de opbrengst van Pink Ribbon besteed aan borstkankeronderzoeken die bij KWF zijn ingediend. Deze onderzoeken hebben een beoordelingsprocedure doorlopen die garandeert dat alleen de beste projectvoorstellen voor financiering in aanmerking komen.
Binnen deze beoordelingsprocedure toetsen (inter)nationale topwetenschappers en (ex)patiënten de ingediende projecten op 3 criteria:
- haalbaarheid
- relevantie
- wetenschappelijke kwaliteit
Na toekenning van financiering blijft KWF nauw betrokken bij de onderzoeken. Om ondersteuning te bieden bij knelpunten, of om bij veelbelovende resultaten het project in een stroomversnelling te brengen.